Lees de sporen in de houten dakcontructie
Hier, boven de gewelven van de St. Martinuskerk, zijn veel sporen van het verleden zichtbaar. Omdat het een hallenkerk is, zijn er drie dezelfde kappen naast elkaar. Elke beuk heeft zijn eigen zadeldak.
De dakconstructies van de St. Martinuskerk zijn opgebouwd uit eikenhouten kapgebinten met een sporenconstructie . De gebinten zijn samengesteld uit schaargebinten op trekbalken. Op de schaargebinten zijn kromstijlgebinten geplaatst die op hun beurt weer nokgebinten dragen (zie tekening).
In 2006 heeft er uitgebreid bouwhistorisch onderzoek plaatsgevonden naar de bouwfasen van de St. Martinuskerk. Dit omvatte in de eerste plaats dendrochronologisch onderzoek naar de ouderdom van het hout in de kappen. Ook werden de telmerken in de kappen onderzocht. Hiermee is de fasering van de bouw van de kerk nauwkeurig vastgesteld.
Sporenconstructie
Bij een sporenkap worden verticale houten balken van de nok naar de dakrand geplaatst. Deze spanten lopen verticaal, dragen het dakgewicht en bieden ondersteuning van het dakbeschot.
Tekening kappen
Telmerken
Deze dakcontructies zijn gedeeltelijk geprefabriceerd. In de timmerwerkplaats maakte men het gehele spant en zette het voorlopig in elkaar. Als het spant klaar was, werd het naar de bouwlocatie getransporteerd. Hier werd het definitief in elkaar gezet. Om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende gebinten werden er zogeheten telmerken aangebracht. Dit was nodig omdat elk gebint zijn eigen unieke vorm had. In de kapconstructie van de St. Martinuskerk zijn nog van dergelijke telmerken terug te vinden. Ook zijn er sporen te zien van de wand die de eerste bouwfase van de huidige kerk (1456) heeft afgesloten en die is verdwenen tijdens de realisatie van de tweede bouwfase (vanaf 1500).
The hoods
Read the traces in the wooden roof structure
Here, above the vaults of St Martin’s Church, many traces of the past are visible. Being a hall church, there are three identical hoods side by side. Each nave has its own gabled roof.
The roof structures of St Martinus Church are made up of oak roof trusses with a rafter construction. The trusses are composed of scissor trusses on tie beams. Ridgeline trusses are placed on top of the scissor trusses, which in turn support ridge trusses (see drawing).
In 2006, extensive building archaeological research was conducted into the building phases of St Martin’s Church. This included, firstly, dendrochronological research into the age of the wood in the hoods. Count marks in the hoods were also examined. This accurately established the phasing of the church’s construction.
Rafter construction
In a rafter roof, vertical wooden beams are placed from the ridge to the eaves. These rafters run vertically, carrying the roof weight and providing support for the roof covering.
Drawing hoods
Count marks
These roof structures were partially prefabricated. In the carpentry workshop, they made the entire truss and provisionally assembled it. When the truss was ready, it was transported to the construction site. Here it was finally assembled. To distinguish between the different trusses, so-called counting marks were applied. This was necessary because each truss had its own unique shape. Such counting marks can still be found in the roof structure of St Martinus Church. There are also traces of the wall that closed the first construction phase of the present church (1456), which disappeared during the realisation of the second construction phase (from 1500 onwards).
Die Hauben
Lesen Sie die Spuren in der Holzdachkonstruktion
Hier, über den Gewölben der St. Martinuskirche, sind viele Spuren der Vergangenheit sichtbar. Da es sich um eine Hallenkirche handelt, liegen drei identische Dächer nebeneinander. Jede Buche hat ihr eigenes Satteldach.
Die Dachkonstruktionen der St. Martinus-Kirche bestehen aus Eichenholzbindern mit Sparrenkonstruktion. Die Fachwerke bestehen aus Scherenfachwerken auf Zugträgern. Auf den Scherenbindern werden Bogenbinder aufgelegt, die wiederum Firstbinder tragen (siehe Zeichnung).
Im Jahr 2006 wurden umfangreiche architekturhistorische Untersuchungen zu den Bauphasen der St.-Martinus-Kirche durchgeführt. Hierzu gehörten vor allem dendrochronologische Untersuchungen zum Alter des Holzes im Einschlag. Auch die Zählmarken in den Hauben wurden untersucht. Dadurch wird die zeitliche Abfolge des Kirchenbaus genau bestimmt.
Sparrenkonstruktion
Bei einem Sparrendach werden senkrechte Holzbalken vom First bis zur Dachkante verlegt. Diese Fachwerke verlaufen vertikal, tragen das Dachgewicht und stützen die Dachschalung.
Zeichnung Hauben
Zählmarken
Diese Dachkonstruktionen sind teilweise vorgefertigt. In der Schreinerei wurde der komplette Dachstuhl gefertigt und provisorisch montiert. Nachdem der Fachwerkträger fertiggestellt war, wurde er zur Baustelle transportiert. Hier wurde es schließlich zusammengesetzt. Zur Unterscheidung der einzelnen Binder wurden sogenannte Zählmarken angebracht. Dies war notwendig, da jeder Fachwerkträger seine eigene, einzigartige Form hatte. Solche Zählzeichen sind noch heute im Dachstuhl der St. Martinus-Kirche zu finden. Außerdem sind noch Reste der Mauer vorhanden, die den ersten Bauabschnitt der heutigen Kirche (1456) abschloss und bei der Realisierung des zweiten Bauabschnitts (ab 1500) verschwand.
Les charpentes
Lisez les traces dans la construction du toit en bois.
Ici, au-dessus des voûtes de l’église Saint-Martin, de nombreuses traces du passé sont visibles. Comme c’est une église à halles, il y a trois mêmes charpentes côte à côte. Chaque nef a son propre toit à deux versants.Les constructions de toit de l’église Saint-Martin sont composées de fermes en chêne avec une construction de poutres . Les fermes sont constituées de fermes de taille avec des poutres de traction. Sur les fermes de taille, des fermes courbes sont placées, qui à leur tour portent des fermes de faîte (voir le dessin).En 2006, une recherche historique approfondie a été menée sur les phases de construction de l’église Saint-Martin. Cela comprenait d’abord une étude dendrochronologique sur l’âge du bois dans les charpentes. Les marques de comptage dans les charpentes ont également été examinées. Cela a permis de déterminer précisément la chronologie de la construction de l’église.
Construction de poutres
Dans une charpente de fermes, des poutres verticales en bois sont placées de la faîtière au bord du toit. Ces fermes sont disposées verticalement, supportent le poids du toit et fournissent un soutien à la couverture du toit.
Dessin charpentes
Marques de comptage
Ces constructions de toiture sont partiellement préfabriquées. Dans l’atelier de menuiserie, l’ensemble de la ferme était fabriqué et assemblé temporairement. Une fois la ferme terminée, elle était transportée sur le site de construction. Là, elle était assemblée définitivement. Pour pouvoir distinguer les différentes fermes, des marques de comptage étaient appliquées. Cela était nécessaire car chaque ferme avait sa propre forme unique. Dans la structure de charpente de l’église Saint-Martin, on peut encore trouver de telles marques de comptage. On peut également voir des traces du mur qui a fermé la première phase de construction de l’église actuelle (1456) et qui a disparu lors de la réalisation de la deuxième phase de construction (à partir de 1500).