Waar hing dit drieluik vroeger?
Na de voltooiing van het koor, in 1456, hing er waarschijnlijk een drieluik boven het hoofdaltaar. Dit is tijdens de beeldenstorm bij de Reformatie (1566) geheel vernield, net als vrijwel alle middeleeuwse stukken in de kerk. Rond 1600 kan men weer gaan denken aan verfraaiing van de kerk. Een van de eerste dingen waarvoor men opdracht geeft, is een nieuw retabel voor het hoofdaltaar. Het is geschilderd door Joris de Bruyn uit Roermond. In gesloten toestand toont het scenes uit het leven van Sint Martinus: een wonder dat geschiedt tijdens een misviering door Martinus en het overlijden van de bisschop. Op feestdagen werd het retabel geopend (zoals nu) en werden scenes uit het leven van Christus zichtbaar. Het is een van de oudste geschilderde altaarstukken die in Limburg bewaard zijn gebleven. Rond 1739 werd het retabel als ouderwets en te klein ervaren en kwam er een nieuw hoofdaltaar.
The retable by Joris de Bruyn
Where did this triptych used to hang?
After the completion of the choir, in 1456, a triptych probably hung over the main altar. This was completely destroyed during the iconoclasm at the Reformation (1566), as were almost all the medieval pieces in the church. Around 1600, people could start thinking about embellishing the church again. One of the first things commissioned was a new altarpiece for the main altar. It was painted by Joris de Bruyn from Roermond. When closed, it shows scenes from the life of Saint Martin: a miracle occurring during a celebration of mass by Martin and the death of the bishop. On holy days, the retable was opened and scenes from the life of Christ became visible. It is one of the oldest painted altarpieces preserved in Limburg.