Waarom is dit altaar zo belangrijk voor de historie van Weert?
Omdat in de tweede bouwfase de steunberen van het kerkgebouw meer naar binnen werden geplaatst, ontstond binnen ruimte voor biechtkapellen en altaren, bijvoorbeeld voor de schuttersgilden van Weert. Dit is het altaar van het Gilde van de Wiëerter Stadsschötte Sinte Catharina 1480, als voortzetting van de 3 Stadsschötte.
In 1480 kreeg de Broederschap St. Catharina van Graaf Jacob II van Horne, Heer van Weert, toestemming om wapens te dragen om de stad te kunnen ‘beschutten’. Tot op de dag van vandaag is het gilde in kleurrijke kledij, overgenomen van de schuttersdoeken van Frans Hals, aanwezig bij veel officiële gelegenheden van de stad Weert. De tradities van het Stadsgilde Ste. Catharina maken zelfs deel uit van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. Lees meer over het schuttersgilde.
Het middeleeuwse altaar dat hier stond, was veel kleiner en stond tegen de korte, oostelijke kant van de kapel. In de 17de en 18de eeuw plaatste men veel grotere altaren tegen de zuidelijke en noordelijke muren van de kerk. Daarvoor moest men het onderste deel van de gotische ramen dichtmetselen. In de tweede helft van de 19de eeuw heeft men – in combinatie met het plaatsen van de gebrandschilderde ramen – de vensters weer in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Het huidige altaar van Sinte Catharina is in 1998 gereconstrueerd. Hiervoor vond men onderdelen in het klooster van de Birgittinessen in Weert en het oorspronkelijk uit Weert stammende schilderij van de heilige komt uit het Catharijne Convent in Utrecht. Deze elementen zijn aangevuld met schrijnwerk, afkomstig van Technisch Instituut Sint Jansberg in Maaseik. Lees meer over de Heilige Catharina.
Zowel in het schilderij als in het houtsnijwerk komt het vaste attribuut van Sinte Catharina terug: het gebroken rad. In de 6 kandelaars zijn de namen van de eerste koningen van het Sint Catharinagilde gegraveerd. In het altaar bevindt zich een perkamenten rol met de namen van de eerste leden van het gilden, voorzien van de handtekening van de Graaf van Horne. De St. Martinuskerk is in het bezit van een reliek van de Heilige Catharina. De reliekschrijn wordt op hoogtijdagen op dit altaar geplaatst.
Weerter Schuttersgilden
In de 15de eeuw had Weert 3 Schuttersgilden, het Sint Jorisgilde , het Hubertusgilde (meer hierover in de kapel links van het Sint Catharina altaar) en het Sint Catharinagilde. De Weerter stadsschutterijen verliezen na de komst van de Fransen eind 18de eeuw hun functie als officiële verdedigers van de stad en krijgen gaandeweg een meer ceremonieel karakter. De schuttersverenigingen van St. Joris en St. Hubertus worden in 1914 opgeheven, het Ste. Catharinagilde niet, al leidt het soms wel een ‘slapend’ bestaan. Maar sinds 1987 is het een zeer actieve vereniging. Ieder jaar wordt op 25 november het feest van patrones Sinte Catharina uitgebreid gevierd. Het koningsvogelschieten gebeurt volgens oude gebruiken. Op Koningsdag worden er voor de Majesteit saluutschoten gelost (het aantal wordt bepaald door de leeftijd van de koning) en maakt de schutterij een rondgang door de stad, waarbij de vestingwerken worden geïnspecteerd. Ook op de zondag van de Weerter kermis maakt de schutterij een rondgang, nadat de leden de kermismis hebben bijgewoond. Bij de Sacramentsprocessie door Weert trekt het gilde als bewaking van het Allerheiligste mee.
Ste. Catharina
Catharina leefde in de 3de eeuw in Egypte en was de dochter van de gouverneur van Alexandrië. Ze was zeer intelligent, kende alle werken van Plato uit haar hoofd toen ze nog maar vijftien was. Daarnaast was ze Jezus met hart en ziel toegedaan en beloofde hem haar maagdelijkheid. Nauwelijks had ze dat gedaan, of niemand minder dan de keizer werd verliefd op haar. Op haar weigering om naast zijn echtgenote de tweede dame aan het hof te worden, wilde hij haar dwingen haar geloof af te zweren onder bedreiging met gruwelijke folteringen. Ook stuurde hij veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar in plaats van Catharina te bekeren tot het heidendom werden de geleerden tijdens de discussie met Catharina bekeerd tot het christendom. Daarop wilde de keizer haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad, getroffen door de bliksem. Hij wilde haar laten verbranden, maar het vuur waaide uiteen en verbrandde de beulen. Uiteindelijk lukte het dan toch haar te onthoofden. Uit haar halswond stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde. Haar lichaam werd door engelen naar de Sinaïberg gebracht, waar het rond het jaar 800 door pelgrims teruggevonden werd. Het was nog steeds in goede staat. Naast de berg werd later het Catharinaklooster gebouwd.
St. Catherine's altar
Why is this altar so important to the history of Weert?
As in the second building phase the buttresses of the church building were placed more inward, space was created inside for confessional chapels and altars, for example for the archers’ guilds of Weert. This is the altar of the Guild of the Wierter Stadsschötte Sinte Catharina 1480, as a continuation of the 3 Stadsschötte.
In 1480, the Brotherhood St. Catharina received permission from Count Jacob II van Horne, Lord of Weert, to bear arms to ‘protect’ the town. To this day, the guild is present on many official occasions of the city of Weert in colourful attire adopted from the archers’ cloths of Frans Hals. The traditions of the City Guild Ste. Catharina are even part of the National Inventory of Intangible Cultural Heritage Netherlands. Read more about the marksmen’s guild.
The medieval altar that was located here was much smaller and stood against the short, eastern side of the chapel. In the 17th and 18th centuries, much larger altars were placed against the southern and northern walls of the church. This required bricking up the lower part of the Gothic windows. In the second half of the 19th century, together with the installation of the stained-glass windows, the windows were restored to their original state. The current altar of St Catherine was reconstructed in 1998. For this, parts were found in the convent of the Birgittinessen in Weert and the painting of the saint originally from Weert came from the Catharijne Convent in Utrecht. These elements were supplemented with joinery, originating from Technical Institution Sint Jansberg in Maaseik. Read more about Saint Catherine.
In both the painting and the carvings, the fixed attribute of Saint Catherine recurs: the broken wheel. The names of the first kings of St Catherine’s guild are engraved in the six candlesticks. In the altar there is a parchment scroll with the names of the first members of the guild, provided with the signature of the Count of Horne. St Martinus Church is in possession of a relic of St Catherine. The reliquary is placed on this altar on heydays.
Archer Guilds of Weert
In the 15th century Weert had 3 Archers’ Guilds, the Saint George Guild , the Hubertus Guild (more on this in the chapel to the left of the Sint Catharina altar) and the Sint Catharina Guild. After the arrival of the French at the end of the 18th century, the city guilds of Weert lost their function as official defenders of the city and gradually took on a more ceremonial character. The archery societies of St. George and St. Hubertus were disbanded in 1914, the St. Catharinagilde was not, although it sometimes led a ‘dormant’ existence. But since 1987, it has been a very active association. Every year on 25 November, the feast of patron saint Catherine is celebrated extensively. The king’s bird shooting is done according to old customs. On King’s Day, salutes are fired for the Majesty (the number is determined by the age of the king) and the militia makes a tour of the city, inspecting the fortifications. On the Sunday of the Weerter fair, the militia also makes a tour, after the members have attended the fair mass. At the Sacrament Procession through Weert, the guild marches along as guard of the Blessed Sacrament.
St. Catharine
Catherine lived in Egypt in the 3rd century and was the daughter of the governor of Alexandria. She was highly intelligent, knew all the works of Plato by heart when she was only 15. Besides, she was devoted to Jesus with heart and soul and promised him her virginity. Hardly had she done so, or none other than the emperor fell in love with her. On her refusal to become the second lady of the court next to his wife, he wanted to force her to renounce her faith under threat of gruesome torture. He also sent forty pagan philosophers to convert her, but instead of converting Catherine to paganism, the scholars were converted to Christianity during the discussions with Catherine. Thereupon, the emperor wanted her crushed with a wheel on which sharp iron points were mounted. Instead of Catharina, however, the wheel broke, struck by lightning. He wanted her burned, but the fire spread and burned the executioners. Finally, they managed to behead her. From her neck wound flowed milk that freed the city from the plague. Her body was taken by angels to Mount Sinai, where it was recovered by pilgrims around the year 800. It was still in good condition. Next to the mountain, the Catherine Monastery was built afterwards.